Tip 1: Zet de voordelen en de nadelen op een rijtje

Voor elk medicijn geldt dat de voordelen groter moeten zijn dan de nadelen. De volgende vragen kunnen je hierbij helpen. Beantwoord de vragen eerst zelf, bespreek ze daarna met je naasten en stel ze erna aan je behandelaar, dan kun je de antwoorden vergelijken.

  1. Waarom denk je na over het stoppen met een stemmingsstabilisator?
  2. Waarom gebruik je een stemmingsstabilisator?
  3. Hoe goed heeft de stemmingsstabilisator jou geholpen?
  4. Heb je (veel) last van bijwerkingen?
  5. Heb je al eens eerder geprobeerd te stoppen met een stemmingsstabilisator?
  6. Wat zijn andere voor- en nadelen voor jou?

Tip 2: Praat erover met je omgeving

Het is niet altijd makkelijk om met anderen te praten over medicijnen. Toch is het belangrijk. Mensen die dichtbij je staan weten heel goed hoe het met je ging zonder medicijnen. En hoe het nu gaat mét medicijnen. Probeer dus duidelijk te krijgen wat je partner, kinderen, familie en vrienden ervan vinden: zouden die ook willen dat je gaat afbouwen? Vraag ze ook waarom ze dat zouden willen. Of je nu stopt of doorgaat met een stemmingsstabilisator: je hebt hun steun nodig.

Tip 3: Weet wat de feiten en fabels zijn

Zorg dat je goed weet hoe stemmingsstabilisatoren werken en wat de voor- en nadelen ervan zijn. Om hier goede informatie over te krijgen kan je vragen aan de behandelaar stellen. Ook kan je informeren bij patiëntenvereniging Plusminus. Onthoud: er zijn veel goede redenen om te stoppen met een stemmingsstabilisator, maar ook veel goede redenen om een stemmingsstabilisator wél te gebruiken.

Tip 4: Stop met een stemmingsstabilisator om de goede redenen

Veel gebruikers van een stemmingsstabilisator kennen het gevoel dat af en toe de kop opsteekt: waarom kan ik het niet zelf? Ben ik een slapjanus, omdat ik een stemmingsstabilisator gebruik? Maar iedereen die worstelt met psychische klachten, weet hoe zwaar dat is. En dat het vaak een lange zoektocht is om een behandeling te vinden die goed werkt. Stoppen door het taboe op stemmingsstabilisatoren, of omdat het slikken van een stemmingsstabilisator de ‘makkelijkste oplossing’ zou zijn, is is niet verstandig. Vraag jezelf bijvoorbeed ook af of je er bij een lichamelijke ziekte hetzelfde over zou denken? Alleen als voor jou de nadelen groter zijn dan de voordelen, dan heb je een goede reden om te stoppen.

Tip 5: Weet wat je kan verwachten

Als je wilt stoppen is het verstandig hierover altijd met je behandelaar te overleggen. De behandelaar moet je vertellen wat je kunt verwachten. Stoppen kan klachten geven, al is dat lang niet altijd zo.

 Tip 6: Kies het goede moment

Het is niet verstandig om met een stemmingsstabilisator te stoppen in een stressvolle periode, dus als er weinig stabiliteit is in je leven. Denk bijvoorbeeld aan een verhuizing, relatie- of familieproblemen, stress op het werk of grote financiële zorgen. Probeer dan eerst in rustiger vaarwater te komen voordat je aan afbouwen begint. Ook is het niet verstandig om af te bouwen als je nog veel last van klachten hebt. Stoppen kan dan je klachten verergeren.

Tip 7: Maak een goed afbouwplan

Maak in overleg met je omgeving en je behandelaar een afbouwplan. Zo’n plan is voor iedereen anders – voor de een zijn andere dingen belangrijk dan voor de ander. In een afbouwplan spreek je af hoelang je over het afbouwen doet en in welke stappen je de dosering vermindert. Neem daar de tijd voor. Bespreek vóór je met afbouwen begint met je behandelaar wat je doet als de klachten toch weer terugkomen. Ook als dit in de avond of het weekend gebeurt. Ook dat is onderdeel van je afbouwplan.

Tip 8: Maak en gebruik een signaleringsplan

Als het goed is heb je al een signaleringsplan. Naast het opstellen van het bij tip 7 genoemde afbouwplan, is het voor een goede voorbereiding ook belangrijk om nog eens te kijken naar je signaleringsplan, en dat up-to-date te maken als dat nodig is. In een signaleringsplan beschrijf je hoe je je voelt als je in balans bent en wat je kunt doen om in balans te blijven. Ook beschrijf je hoe je je voelt als het slechter met je gaat, wat je dan kunt doen, wat anderen kunnen doen en wanneer je aan de bel moet trekken. Het is ook handig om op te schrijven welke medicatie je zou kunnen helpen als het niet goed gaat. Je kunt hier een voorbeeld vinden van een signaleringsplan. Je behandelaar kan je helpen met het maken van het plan.

Tip 9: Bedenk wat jou ook kan helpen in plaats van een stemmingsstabilisator

Sommige klachten kunnen ook verminderd worden door andere behandelingen of dingen die je kunt doen. Beweging, ontspanning en cognitieve gedragstherapie kunnen bijvoorbeeld helpen bij stress, angst en somberheidsklachten. Het kan fijn zijn om, voordat je gaat afbouwen, goed na te denken over deze alternatieven. Bespreek dit met je naasten en je behandelaar. Zie hiervoor ook de website van Plusminus.

Tip 10: Houd bij hoe het gaat

Het is belangrijk -vóórdat je iets gaat veranderen of afbouwen – dat je stilstaat bij hoe je je voelt. Anders bestaat de kans dat je misschien denkt dat een klacht door afbouw of verandering van de medicijnen komt, terwijl je die klacht eigenlijk al had. Bijvoorbeeld: ‘met medicatie (dus vóór afbouw/verandering) word ik gespannen wakker’.
Tijdens het afbouwen is het ook belangrijk om bij te houden hoe het met je gaat en wat je merkt van het afbouwen. Dat kan bijvoorbeeld in de vorm van een dagboek, life chart of door een app zoals PsyMate te gebruiken. Wanneer je klachten krijgt bij het afbouwen is het belangrijk om met je naasten en behandelaar te bespreken of deze klachten komen door het afbouwen of doordat de klachten van een bipolaire stoornis terugkomen. Afbouwen kan namelijk spannend zijn en dat kan stress geven. Dit hoeft niet gelijk te betekenen dat je klachten weer terugkomen. Het is wel belangrijk om je stemming goed in de gaten te houden en die te bespreken met je naasten en behandelaar.

Tip 11: Neem de tijd en bouw langzaam af

Neem genoeg tijd voor het afbouwen van een stemmingsstabilisator. De kans dat het afbouwen succesvol wordt, is groter wanneer je langzaam afbouwt. Neem minimaal 4 tot 6 maanden de tijd of zelfs langer wanneer je dit fijner vindt of wanneer het nodig blijkt te zijn.

Tip 12: Probeer niet ten koste van alles te stoppen/af te bouwen

Hopelijk weet je door de tips hierboven nu meer over het stoppen/afbouwen van langdurig gebruik van een stemmingsstabilisator. Helaas kunnen we niet precies voorspellen bij wie het afbouwen zonder (veel) klachten zal gaan verlopen. Ook weten we niet precies bij welke mensen de klachten weer zullen terugkomen. Houd er rekening mee dat een bipolaire stoornis voor veel mensen een langdurige kwetsbaarheid betekent, ook al hoeft dat niet te betekenen dat je altijd last van klachten zult hebben.

Let op: stoppen met een stemmingsstabilisator is geen doel op zich. Als het niet lukt, of als een stemmingsstabilisator je leven waardevoller en prettiger maakt, dan kun je natuurlijk ook besluiten om die gewoon te blijven gebruiken. Tot slot: als je wilt afbouwen, bespreek dat dan altijd eerst met je behandelaar.